Dordrecht

1  Geschiedenis

In de 19e eeuw was tuinbouw niet veel meer dan het kweken van groente, kasvruchten,
champignons en tabak. Heesters werden zelden gekweekt en bloemen al helemaal niet. Er
bestond nog geen tuinbouwonderwijs. Op de lokale markten verkochten tuinders hun teelt.
Kennis over de teelt werd veelal persoonsgebonden. Gedurende de 19e eeuw gingen veel
plantenverzamelaars in oerwouden en andere onherbergzame gebieden op zoek naar
onbekende planten. De Nederlander Van Siebold verzamelde in Indië en Japan honderden
tot dan onbekende planten en stuurde deze naar Nederland. Er ontstond veel interesse voor
deze nieuwe plantensoorten.

Halverwege de 19e eeuw ontstond het idee dat mensen moesten samenwerken: niet zelf
pionieren maar je verenigen en de kennis bundelen.
De Amsterdamse arts en apotheker D.J. Coster riep sympathisanten op om een vereniging
te vormen. Zijn oproep vond gehoor en op 27 september 1873 werd in Den Haag de eerste
algemene vergadering van de Maatschappij van Tuinbouw en Plantkunde gehouden. Er
waren 123 leden, verdeeld over de afdelingen Amsterdam en Arnhem.

De meeste leden waren eigenaren van landgoederen en daarnaast waren er nog
beroepskwekers en bloemenhandelaren. De gesprekken gingen over nieuwe bloemen en
heesters. Er werden vaak lezingen gehouden en op tentoonstellingen werden de nieuwe
gewassen gekeurd. Ook maakte men zich sterk voor het houden van goed georganiseerde
veilingen, dit als tegenhanger van de vaak chaotische boerenmarkten.
Na enige tijd adviseerde de Maatschappij de regering over het oprichten van
tuinbouwscholen en Nederlandse inzendingen op buitenlandse tentoonstellingen. Vaak
werden lagere tuinbouwscholen opgericht op initiatief van een regionale afdeling. Aan het
einde van de 19e eeuw werd de Maatschappij een erkende vertegenwoordiger van de
tuinbouw in het algemeen. De Maatschappij had ook een eigen orgaan. Na enige
naamswisselingen heet het tijdschrift vanaf 1960 tot heden ‘Groei en bloei’.
Aan het begin van de 20e eeuw werd een aantal taken van de Maatschappij overgenomen
door de overheid en vakorganisaties. Voortaan organiseerde de overheid het
tuinbouwonderwijs en er ontstonden in allerlei gewassen gespecialiseerde vakorganisaties.
Uiteindelijk moest de Maatschappij het afleggen tegen de steeds groter wordende
economische belangen en legde zich ten slotte toe op de sierteelt.

In 1923 kreeg de Maatschappij het predicaat ‘Koninklijk’ Naast de tentoonstellingen in
sierteeltproducten stimuleerde de Maatschappij de aanleg van school- en werktuinen. In
1915 organiseerde zij voor de eerste keer een Boomplantdag, een sindsdien jaarlijks
terugkerend landelijk evenement. Ook was de Maatschappij de initiatiefnemer, naar een
Amerikaans idee, van Moederdag met het bijbehorende bloemetje.

Na de Tweede Wereldoorlog leek het gedaan met de Maatschapppij.De toenemende
welvaart leidde echter tot een verbreding van de belangstelling van particulieren voor
siertuinen. Gemeenten en provincies besteedden ook steeds meer aandacht aan het
openbare groen.
De Maatschappij vormde een schakel tussen de beroepsbeoefenaren en de liefhebbers. Dit
betekende een voortdurende heroriëntatie op doelgroepen en activiteiten.

 

2 Oprichting van Afdeling Dordrecht

De afdeling Dordrecht van de KMTP werd in januari 1882 opgericht. Uit de periode 1882-
1929 zijn geen archiefbescheiden overgeleverd. Er schijnt een diploma te [hebben] bestaan,
uitgereikt aan G.L. Weekhout te Dordrecht. Hij ontving het diploma omdat hij de eerste prijs
had gewonnen bij een wedstrijd in het aanleggen en onderhouden van bloembakken op het
Beverwijcksplein. Een gedeeltelijke verklaring voor het ontbreken van archief uit de eerste
decennia van de vereniging is terug te voeren op een brand in 1938. Hierbij is een gedeelte
van het archief verloren gegaan.[doorslag brief J.Tepas aan de KMTP te Den Haag d.d. 15
september 1978].

3 Ontwikkeling van de vereniging


Aanvankelijk werden er nog wel vakcursussen georganiseerd maar daar bleek in de loop der
jaren steeds minder behoefte aan te zijn. Met een nieuw soort leden kwam er, al vroeg in de
jaren zestig, vraag naar een nieuw soort cursussen. De nieuwe leden waren meestal geen
vakmensen meer, maar hobbytuiniers ook wel ‘liefhebbers’ genoemd. Die wilden een cursus
bloemschikken of fotograferen en interessante lezingen horen en excursies maken. En dat
ging de Dordtse afdeling dus verzorgen.
Een mooie illustratie van de accentverschuivingen die in de loop der jaren plaatsvonden
vormen de titels van de tijdschriften. ‘Het Nederlandsche Tuinbouw Weekblad’ groeide via
het ‘Weekblad van de KMTP’ uit tot het maandblad ‘Groei & Bloei’.
De vaklieden van weleer werden lid van de Maatschappij omdat zij hun kennis en
vakontwikkeling wilden bijhouden en uitbreiden: ze kregen het tijdschrift er gratis bij. De
huidige leden nemen een abonnement op het tijdschrift: ze krijgen het lidmaatschap er gratis
bij. En eigenlijk is er niet zo heel veel verschil tussen toen en nu want, ook de huidige
hobbytuinier vergroot zijn kennis door het lidmaatschap. Dankzij ‘Groei &  Bloei’, maar zeker
ook dankzij onze eigen afdeling: de website, Bladgroen, de  cursussen, de gratis lezingen,
de excursies. Leuke en leerzame activiteiten waarmee de hobbytuinier van anno nu zijn
groene kennis uitbreidt en up to date houdt.

4 Groei & Bloei anno 2022

KMTP/Groei & Bloei is de vereniging van tuin- en natuurliefhebbers. Zij zet zich in voor een
groene samenleving, zowel op lokaal als landelijk niveau. De beleving van tuinieren,bloemschikken en de passie voor groen in hetgemeen vormen hiervoor de inspiratie.                           
Kennis en kennisoverdracht werken stimulerend en samenbindend voor leden en niet-leden.
Het werkterrein omvat de hele keten van liefhebbers tot professionals. KMTP/Groei & Bloei
opereert als schakel tussen de verschillende onderdelen van de keten.
Onze afdeling Dordrecht en omstreken is aangesloten bij Biodivers Dordt 'samen voor de
natuur' waar de groene organisaties bij aangesloten zijn om de stad groener en duurzamer
te maken. Het weekend van de biodiversiteit dat op 13, 14 en 15 mei 2022 voor het eerst werd
georganiseerd was een groot succes.

 

5 Vooruitkijken

Na de coronatijd van 2020 en 2021 zijn onze leden toch voorzichtig met de gezondheid en zij
komen niet zo voortvarend meer op lezingen af. Als bestuur proberen wij daarop in te spelen
door meer activiteiten buiten te organiseren, zoals een fotografiewandeling in de natuur, een
rondleiding over het Vlijpark. Ook het werken in de tuin van de Volière door een groepje
enthousiaste vrijwilligers op woensdagmorgen is een groot succes.
Iedereen die tuinen en groen een warm hart toedraagt is welkom om eens een kopje thee of
koffie te komen drinken op woensdagmorgen bij de Volière.

Tuin bij de voliere ontworpen door Aasta de Vries